FD – het financieele dagblad
Datum: 30 maart 2022
De arbeidsmigrant: wel de banen, niet de huizen
Met open armen worden ze ontvangen: de honderdduizenden arbeidsmigranten die hier asperges komen steken, vlees verpakken of heftrucks besturen. Huisvesting is een ander verhaal. ‘Als zij hier niet kunnen wonen, zijn de schappen morgen leeg.’
Het hoogseizoen begint nu, maar bij huisvester Work & Stay in het Limburgse Maasbree zijn de chalets en studio’s voor 750 arbeidsmigranten het jaar rond volgeboekt. Sinds de eerste coronagolf groeit het aantal Polen, Roemenen, Letten en andere Oost-Europeanen steeds harder, merkt directeur Lottie van Gerven.
Rond lunchtijd is daar weinig van te zien. Op de veranda’s van de chaletjes, waar vier of vijf mensen wonen, wappert wasgoed. Op een enkeling na zijn de bewoners op hun werk, vaak bij een van de bedrijven langs de zogenaamde Greenportlane, de bijnaam van de N295 bij Venlo waar veel logistieke bedrijven zitten. Tegen het einde van de middag stroomt het hier vol en vannacht zullen praktisch alle bedden beslapen zijn. Het is overal druk, weet Van Gerven: ‘Zelfs vanuit de Randstad krijgen we verzoeken: of we even vijftig mensen kunnen huisvesten. Ze denken dat hier in Limburg wel ruimte is, maar nee. In 2023, dan heb ik misschien weer plek.’
Het is dus altijd hoogseizoen, dat merkt ook Ivo van der Sande, operationeel manager bij uitzendbureau Interkosmos uit Deurne. Zo’n 500 arbeidsmigranten heeft hij aan het werk. De meesten wonen in Flexhotels in Haelen, bij Work & Stay in Maasbree of in Helmond, waar het uitzendbureau vorig jaar een zogenaamd logiesgebouw opende voor honderd mensen.
Het liefste zou Interkosmos huisvesting regelen voor nog meer uitzendkrachten, maar dat is lastig. ‘Nimby’ is de reactie, als de plannen worden gepresenteerd: ‘Not in my backyard’. ‘Frustrerend’, aldus Van der Sande: ‘Ze pakken het kippenvlees in voor Albert Heijn, mixen de bbq-sauzen of zijn orderpicker in een kledingmagazijn. Mensen beseffen niet dat als deze werknemers hier niet kunnen wonen, de schappen morgen leeg zijn.’
In het Westland is het niet altijd hoogseizoen. In het de winter heeft uitzendbureau Tradiro zo’n 1100 mensen aan het werk, tussen april en september loopt dat op naar 1800. Toch vervaagt ook hier de grens tussen dal- en piekmaanden, vertelt woordvoerder Jacolien Vrolijk: ‘Naast de glastuinbouw breiden we uit naar sectoren die minder seizoengebonden zijn. Er is grote behoefte aan heftruckchauffeurs en automonteurs bijvoorbeeld.’
Personeel komt meestal uit Oost-Europa maar ook uit Spanje en Turkije. Tradiro is bovendien in contact met ver- In het kort schillende gemeenten om straks, als het kan, Oekraïense vluchtelingen aan het werk te helpen, vertelt Vrolijk: ‘We zijn betrokken bij hulpacties, maar kunnen ze daarnaast goed gebruiken. Als zij daar aan toe zijn natuurlijk.’
Zwerfafval, dronkenschap
De behoefte aan woonruimte in de regio is groot: er werken bijna 12.000 arbeidsmigranten, er is huisvesting geregeld voor 4.500. Tradiro huisvest de mensen het liefst zelf, en heeft verschillende grote bouwplannen. De vergunning en de tekeningen voor een woonproject in De Lier liggen klaar. Op den duur zullen daar 688 arbeidsmigranten komen wonen, maar de eerste schop moet nog de grond in: het verzet van omwonenden is fel.
Buurtbewoners die dwarsliggen en strenge regelgeving zijn de grootste hindernissen voor — potentiële — huisvesters van arbeidsmigranten. Van Gerven van Work & Stay onderhoudt goed contact met de verschillende partijen, maar dat is zwaarbevochten. ‘Zwerfafval, dronkenschap: de vooroordelen zijn bekend’, zegt ze: ‘Ik hou de schone schijn niet op — het berust deels op waarheid.’ Van Gerven ziet de omwonenden als belanghebbenden en handelt daar ook naar. Zij moeten tevreden gehouden worden, vindt zij. Zo is bijvoorbeeld een meldingenregister voor overlast ingesteld dat twee keer per jaar met de buurt wordt geëvalueerd. Van Gerven: ‘Er is wederzijds respect. Dat maakt een wereld van verschil.’
Een van de oplossingen die zij bedacht: wekelijks gaan haar medewerkers, samen met mensen van een zorgboerderij, de straat op om zwerfafval op te ruimen.
Armand Gerrits is contactfunctionaris arbeidsmigranten van de Noord-Limburgse Gemeente Peel en Maas, waar Maasbree onder valt. Een typische tuinbouwgemeente vlak bij Venlo. In heel Limburg werken zo’n 65.000 arbeidsmigranten en verwacht wordt dat dat aantal in 2030 verdubbeld zal zijn. De ambitie van de provincie is dan ook om een van de aantrekkelijkste regio’s voor deze groep te zijn.
Aanspreekpunt
Die ambitie neemt Gerrits serieus. Hij is de spin in het web — zorgt dat arbeidsmigranten zich makkelijk kunnen inschrijven bij de gemeente, is aanspreekpunt voor ondernemers, voor uitzendbureaus en voor verschillende afdelingen binnen de gemeente die samen het beleid moeten uitvoeren. ‘Het loopt als een geolied treintje’, zegt hij.
Gerrits krijgt dan ook regelmatig de vraag om zijn expertise te delen met collega- gemeenten. Overal wordt namelijk geworsteld met de huisvesting van ‘internationale werknemers’, zoals Gerrits ze liever noemt. ‘Iedere gemeente houdt er een eigen beleid op na. Soms zijn zij bijvoorbeeld verplicht om toeristenbelasting af te dragen, terwijl dat in de volgende gemeente niet hoeft.’ Ook over het inschrijven in de gemeente lopen de eisen uiteen — vaak wordt het gestimuleerd, soms is het niet eens toegestaan.
Veel arbeidsmigranten worden niet gehuisvest via hun werkgever, maar vinden zelf een plek. Dat leidt soms tot problemen, merkt bijvoorbeeld Erhan Özcinar. Samen met zijn vrouw runt hij op Work & Stay een kleine supermarkt. Hij verkoopt de bewoners bier, brood en allerlei soorten worst die hij speciaal importeert. Zelf woont hij een paar kilometer verderop, in Blerick.
‘In 86 van de 286 woningen in mijn straat wonen arbeidsmigranten’, vertelt hij. Sinds kort ook in het huis naast het zijne, dat werd gekocht door ‘een dame met een Belgische auto’ die er in korte tijd ‘vijf of zes’ arbeidsmigranten huisvestte. ‘Ik heb er op zich geen problemen mee’, zegt Özcinar, ‘maar het geeft wel gedoe. Ze hebben bijvoorbeeld allemaal een eigen auto — de parkeerplekken zijn steeds vol. Ze zitten vaak de hele avond in die auto te roken, omdat dat binnen niet mag. Biertje erbij, jointje. Contact met ze maken, lukt niet echt.
De meeste mensen komen met de bus naar hier. Dat is veel goedkoper’, zegt Van der Sande van uitzendbureau Interkosmos. ‘Wij huisvesten ze en zorgen voor vervoer. Maar als mensen zelf een woonplek zoeken, hebben zij ook een auto nodig.’ Helmond heeft volgens hem goed begrepen dat huisvesting via het uitzendbureau dan ook een goede manier is om alle betrokkenen tevreden te houden. ‘Sinds wij daar migranten huisvesten, nu een jaar, is er nog geen klacht binnengekomen’, vertelt hij niet zonder trots.
Gesprekken met de buurt
Wel ging er drie jaar gerechtelijke procedures aan de bewoning vooraf. Het verzet vanuit de buurt was groot. ‘Mensen vreesden overlast en waren bang voor een tekort aan parkeerplekken. Dat is dus niet nodig.’ Na gesprekken met de buurt, rondleidingen door het verbouwde kantoorpand en uitleg dat ‘de bewoners hier echt komen om te werken en vooral een rustige woonplek zoeken’, verdween de weerstand, aldus Van der Sande.
Huisvesting beter regelen voorkomt overlast, daarvan zijn de meeste betrokkenen dus wel overtuigd. En ja, daar komt veel bij kijken. Want behalve grote verschillen tussen gemeenten, lange vergunningstrajecten en de weerstand vanuit de buurt, zijn de kwaliteitseisen steeds strenger. ‘De luxe van vandaag is de standaard van morgen’, zegt Van Gerven. In de chalets op haar park verbleven voorheen zes mensen, nu nog vijf en vanaf volgend jaar mogen er nog vier in wonen. ‘Uitbreiding is dus nodig, en dat vergt veel tact en veel tijd.’
Elfanie toe Laer is redacteur arbeidsmarkt van Het Financieele Dagblad